True: De vrouw gaat naar school. , Ik kom uit Breda., De kinderen gaan naar de buurvrouw. , U komt uit Bolivia, False: Hij kom vrijdag., Jullie gaat naar Groningen., Wij komt vandaag niet., Jij gaan naar de stad.,

Onregelmatige werkwoorden

Výsledková tabule/Žebříček

Vizuální styl

Možnosti

Přepnout šablonu

Obnovit automatické uložení: ?