1) Wat is een professor? a) een ruimtevaarder b) iemand die televisieprogramma's maakt c) iemand die heel geleerd is 2) Welk woord betekent ongeveer hetzelfde als het onderzoek? a) het couplet b) de toestand c) de proef d) de verbeelding 3) Wat is een ander woord voor ontstaan? a) het begin b) de ontwikkeling c) de groei d) het ronddraaien 4) Wat is een ander woord voor amper? a) geen b) helemaal c) nauwelijks d) precies 5) Welk beroep heeft iemand die dingen onderzoekt om er steeds meer over te weten te komen? a) fotograaf b) tekstdichter c) reisleider d) wetenschapper 6) Het is een smeerboel in de keuken.  Welke twee woorden passen bij smeerboel? a) fris b) schoon c) netjes d) troep e) opgeruimd f) vies 7) Alfonso is een rasechte Spanjaard. Wat betekent rasecht? a) een beetje echt b) helemaal echt c) niet echt d) half echt 8) Je probeert zoveel mogelijk te weten te komen van iets? Welk woord past hierbij? a) het onderzoek b) de verbeelding c) de realiteit d) de verwijzing 9) Wat betekent het spreekwoord "zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens"? a) je hebt het ergens anders fijner dan thuis b) je hebt het nergens fijn c) je hebt het overal fijn d) je hebt het thuis het fijnst 10) Welke twee zinnen passen bij het spreekwoord "morgenstond heeft goud in de mond". a) het mooiste deel van de dag is de middag b) het mooiste deel van de dag is de ochtend c) blijf maar lekker lang in je bed liggen d) sta dus vooral vroeg op 11) Jan werkt in een laboratorium. Welke twee dingen doet Jan in het laboratorium? a) hij doet er proeven b) hij kijkt er naar de sterren c) hij onderzoekt dingen d) hij zendt er tv-programma's uit 12) Waar ga je naartoe als je een luchtje gaat scheppen? a) naar de keuken b) naar de slaapkamer c) naar de tuin d) naar de wc

Thematoets 5 groep 5

Κατάταξη

Οπτικό στυλ

Επιλογές

Αλλαγή προτύπου

Επαναφορά αυτόματα αποθηκευμένου: ;