het fietsen - cycling, vertraging - delay, bestemming - destination, afstand - distance, innaar de binnenstad - downtown, opwindend - exciting, tarief - fare, veerboot - ferry, uitstappen - to get off, opstappen - to get on, perron - platform, openbaar vervoer - public transport, spoorweg - railway, halte - stop, stoppen - to stop, overstappen - to transfer, besturen - to drive, auto - car, fiets - bicycle; bike, gevaarlijk - dangerous, kaartje - ticket, langzaam - slow, metro - underground/subway, passagier - passenger, reis - journey, rijden - to ride, snel - fast, taxi - taxi(cab), trein - train, veilig - safe, verkeer - traffic, vliegen - to fly, vliegtuig - plane, wachten - to wait,

Transport English/Dutch

Κατάταξη

Οπτικό στυλ

Επιλογές

Αλλαγή προτύπου

Επαναφορά αυτόματα αποθηκευμένου: ;