1) cycling a) vertraging b) (het) fietsen c) veilig d) opstappen 2) delay a) snel b) vertraging c) uitstappen d) bestemming 3) destination a) openbaar vervoer b) veilig c) vertraging d) bestemming 4) distance a) afstand b) taxi c) stoppen d) langzaam 5) downtown a) snel b) overstappen c) tarief d) in/naar de binnenstad 6) exciting a) auto b) kaartje c) opwindend d) verkeer 7) fare a) vliegen b) rijden c) stoppen d) tarief 8) ferry a) tarief b) veerboot c) passagier d) besturen 9) to get off a) opstappen b) in/naar de binnenstad c) uitstappen d) vertraging 10) to get on a) reis b) overstappen c) opstappen d) langzaam 11) platform a) (het) fietsen b) tarief c) in/naar de binnenstad d) perron 12) public transport a) afstand b) vliegen c) openbaar vervoer d) rijden 13) railway a) taxi b) langzaam c) spoorweg d) in/naar de binnenstad 14) stop a) halte b) vliegtuig c) wachten d) afstand 15) to stop a) opstappen b) stoppen c) vertraging d) gevaarlijk 16) to transfer a) bestemming b) wachten c) halte d) overstappen 17) to drive a) besturen b) openbaar vervoer c) vliegtuig d) overstappen 18) car a) opwindend b) taxi c) afstand d) auto 19) bicycle; bike a) perron b) fiets c) gevaarlijk d) openbaar vervoer 20) dangerous a) verkeer b) gevaarlijk c) spoorweg d) besturen 21) ticket a) stoppen b) tarief c) fiets d) kaartje 22) slow a) metro b) vliegen c) openbaar vervoer d) langzaam 23) underground/subway a) bestemming b) veilig c) passagier d) metro 24) passenger a) overstappen b) tarief c) passagier d) openbaar vervoer 25) journey a) snel b) reis c) gevaarlijk d) uitstappen 26) to ride a) rijden b) perron c) opwindend d) overstappen 27) fast a) snel b) in/naar de binnenstad c) afstand d) wachten 28) taxi(cab) a) metro b) taxi c) verkeer d) openbaar vervoer 29) train a) trein b) opwindend c) veerboot d) overstappen 30) safe a) bestemming b) wachten c) verkeer d) veilig 31) traffic a) metro b) in/naar de binnenstad c) vertraging d) verkeer 32) to fly a) bestemming b) in/naar de binnenstad c) vliegen d) veilig 33) plane a) vliegtuig b) besturen c) snel d) stoppen 34) to wait a) wachten b) perron c) tarief d) vliegtuig

Transport English/Dutch

Κατάταξη

Οπτικό στυλ

Επιλογές

Αλλαγή προτύπου

Επαναφορά αυτόματα αποθηκευμένου: ;