1) Wat rijmt op dier? a) kat b) mier c) bek d) kees 2) Wat rijmt op kaas? a) kees b) ken c) haas d) tent 3) Wat rijmt op ben? a) pen b) kat c) tien d) boot 4) Wat rijmt op mien? a) dier b) rook c) tien d) teen 5) Wat rijmt op teen? a) boom b) been c) biet d) tien 6) Wat rijmt op noot? a) boot b) niet c) rook d) been 7) Wat rijmt op tak? a) tik b) kaas c) dak d) boon 8) Wat rijmt op mal? a) bal b) bak c) noot d) kan 9) Wat rijmt op roos? a) bal b) dik c) mees d) doos 10) Wat rijmt op rat? a) poes b) dak c) kat d) kan

Classifica

Stile di visualizzazione

Opzioni

Cambia modello

Ripristinare il titolo salvato automaticamente: ?