ik heet, jij heet/ u heet, hij/zij heet, wij heten, jullie heten, zij heten, ik heb, jij hebt/ u heeft, hij/zij heeft, wij hebben, jullie hebben, zij hebben,

Werkwoorden: Heten en Hebben

リーダーボード

表示スタイル

オプション

テンプレートを切り替える

自動保存: を復元しますか?