1) Mijn vogel (zingen) elke dag een liedje. a) zing b) zingt c) zingen 2) Ik (zingen) het liefst elke dag. a) zingen b) zingt c) zing 3) Jij (zingen) heel hard. a) zing b) zingt c) zingen 4) wij (zingen) in een koor. a) zingen b) zing c) zingt 5) Ik (lopen) elke dag door het bos. a) lopen b) loopt c) loop 6) jij (lopen) heel hard. a) loop b) loopt c) lopen 7) Hij/zij (lopen) naar school a) loopt b) lopen c) loop 8) Wij (lopen) samen. a) loop b) lopen c) loopt 9) Ik (blaffen) naar de hond. a) blaf b) blaffen c) blaft 10) Jij (blaffen) naar de kat. a) blaffen b) blaf c) blaft 11) Hij/zij (blaffen) heel hard. a) blaft b) blaf c) blaffen 12) wij (blaffen) elke dag. a) blaf b) blaffen c) blaft 13) Ik... heel moe... (binnenkomen) a) komt...binnen b) komen...binnen c) kom... binnen 14) Jij... te laat ... (binnenkomen) a) komt...binnen b) kom... binnen c) komen... binnen 15) Hij/zij ... morgen te vroeg... (binnenkomen) a) komen... binnen b) komt... binnen c) kom...binnen 16) Wij .... net op tijd .... (binnenkomen) a) kom .... binnen b) komt... binnen c) komen... binnen

Werkwoorden zingen,lopen, blaffen, binnenkomen

Līderu saraksts

Vizuālais stils

Iespējas

Pārslēgt veidni

Atjaunot automātiski saglabāto: ?