Goed: ik hoor, jij hoort, wij horen, hij/zij hoort, ik luister, jij luistert, hij/zij luistert, wij luisteren, ik ruik, jij ruikt, hij/zij ruikt, wij ruiken, ik proef, jij proeft, hij/zij proeft, wij proeven, Fout: ik hoort, jij horen, wij hoort, hij hoor, ik luisteren, jij luister, hij luister, wij luistert, ik ruikt, jij ruiken, hij ruik, wij ruik, ik proeven, jij proef, hij proeven, wij proeft,

Werkwoorden: horen, zien, luisteren, proeven

Līderu saraksts

Vizuālais stils

Iespējas

Pārslēgt veidni

Atjaunot automātiski saglabāto: ?