1) Ik draag een blauwe ... a) kous b) keus c) kies d) kus 2) De auto heeft een ... a) duik b) deuk c) beuk 3) Ik draag een hoofd... a) doek b) deuk c) boek d) buik 4) Deze vinger heet... a) deun b) duim c) duin 5) Ik heb heel erg .... a) deuk b) jeuk c) luik 6) Dit vind ik niet ... a) leuk b) luik c) liek 7) Luuk heeft pijn in zijn ... a) buik b) duik c) beuk d) bauk 8) Mijn poes is in de ... a) tien b) teun c) tuin 9) Saar zit in de ... a) buis b) dus c) bus 10) Zoya leest een leuk ... a) beuk b) doek c) boek d) duik

Tweeteken klanken

Ranking

Estilo visual

Opções

Alterar modelo

Restaurar arquivo salvo automaticamente: ?