1) de verkeersregels (3x) a) het verbod b) het gebod c) de spelregels d) de kruising e) de voorrang f) de metropool 2) iets doen wat niet mag (3x) a) de bekeuring b) strafbaar c) boontje komt om zijn loontje d) echter e) eind goed, al goed f) de streek 3) iets doen wat niet mag (3x) a) de koets b) wegens c) wat heb ik nou aan mijn fiets hangen? d) een misdaad begaan e) strafbaar f) je straf ontlopen 4) vervoersmiddel (4x) a) de truck b) de koets c) de bestelwagen d) vergeefs  e) het voertuig f) beestenweer 5) tempo (3x) a) stapvoets b) pijlsnel c) de versnelling d) de streek e) de stalling f) echter 6) de weg (3x) a) de rotonde b) de kruising c) de splitsing d) in de prak e) het signaalwoord f) de koets 7) het signaalwoord (3x) a) echter b) wegens c) in het vervolg d) stapvoets e) pijlsnel f) strafbaar 8) straf a) de dader b) je straf ontlopen c) de cel d) vergeefs e) dat slaat nergens op f) de metropool 9) in de prak (4x) a) kapot b) stuk c) vernield d) beschadigd e) heel f) ongeschonden 10) gebod (3X) a) verplichting b) een bevel c) keuze d) optie e) niet uitvoeren f) moet worden opgevolgd

Groep 5 - Thema verkeer

Tabela

Vizuelni stil

Postavke

Promeni šablon

Vrati automatski sačuvano: ?