1. Hij is mijn man. - We zijn ____. 2. Ik wil me voorstellen. - Ik zeg mijn voornaam en mijn ____. 3. Ik wil even wat zeggen. - Ik wil even met je ____. 4. Zijn voornaam is Artem. - Hij ____ Artem. 5. mensen van 80 of 90 - ____ mensen 6. Hallo, ik ben Anna. - ____, ik ben Anna. 7. Hoe is het met je? - Hoe ____ het met je?

Thema 1 Kennismaken Tekst 1 Achternaam?

Rankningslista

Visuell stil

Alternativ

Växla mall

Återställ sparas automatiskt: ?