1) Mag … iets vragen? a) ik b) mij 2) Kom je uit Polen? … ook! a) ik b) mij 3) Nederlands is nog moeilijk voor … a) ik b) mij 4) Madelief en … gaan vanmiddag bowlen a) ik b) mij 5) Geef … jouw zware tas maar. a) ik b) mij 6) Weet … waar de plakband ligt? a) jij b) jou 7) Deze pen was toch van … a) jij b) jou 8) Zonder … gaat alles verkeerd. a) jij b) jou 9) Ik vertel … straks alles over mijn plan. a) jij b) jou 10) Ik heb twee katten. …. ook. a) jij b) jou

排行榜

視覺風格

選項

切換範本

恢復自動保存: ?