1) ik ... iedereen van harte welkom! a) heet b) heten c) het d) heetten 2) Jij... veel suiker in je thee! a) doe b) doet c) doen d) deden 3) ik... mee aan de school musical. a) doet b) doen c) doe d) heet 4) ik ... anders voordat ik trouwde. a) heet b) heette c) heetten d) hete 5) Maia... mee aan een rodeo wedstrijd a) doen b) doe c) doende d) deed 6) Ik niet. Ik ... niet mee a) deed b) doen c) doet d) doede 7) Maia en haar vader... elke week paardrijden. a) ga b) gaat c) gaan d) ging 8) ik ... nooit meer naar de manege. a) ga b) gaat c) gaan d) gingen 9) Hoe vaak ... jouw moeder paardrijden? a) ga b) gaan c) gaat d) gingen 10) Mijn tante ... alle klussen in huis zelf. a) doe b) doen c) doet d) deden 11) Mijn oom ... helemaal niets. Hij heeft twee linker handen. a) deed b) deden c) doen d) doe
0%
werkwoorden heten, hebben, doen, gaan
แชร์
โดย
Jufsophie
Meestermaxnl
แก้ไขเนื้อหา
สั่งพิมพ์
ฝัง
เพิ่มเติม
กำหนด
ลีดเดอร์บอร์ด
แสดงเพิ่มขึ้น
แสดงน้อยลง
ลีดเดอร์บอร์ดนี้ตอนนี้เป็นส่วนตัว คลิก
แชร์
เพื่อทำให้เป็นสาธารณะ
ลีดเดอร์บอร์ดนี้ถูกปิดใช้งานโดยเจ้าของทรัพยากร
ลีดเดอร์บอร์ดนี้ถูกปิดใช้งานเนื่องจากตัวเลือกของคุณแตกต่างสำหรับเจ้าของทรัพยากร
แปลงกลับตัวเลือก
เกมตอบคำถาม
เป็นแม่แบบแบบเปิดที่ไม่ได้สร้างคะแนนสำหรับลีดเดอร์บอร์ด
ต้องลงชื่อเข้าใช้
สไตล์ภาพ
แบบ อักษร
ต้องสมัครสมาชิก
ตัวเลือก
สลับแม่แบบ
แสดงทั้งหมด
รูปแบบเพิ่มเติมจะปรากฏเมื่อคุณเล่นกิจกรรม
เปิดผลลัพธ์
คัดลอกลิงค์
คิวอาร์โค้ด
ลบ
คืนค่าการบันทึกอัตโนมัติ:
ใช่ไหม