Hallo, ik ben Daniel. Ik ben getroud. ____ vrouw heet Lina. Ze komt uit Duitsland. Ze leert Nederlands. ____ school is in het centrum van Rotterdam. Ze heeft een goede docent. ____ naam is Jan. En jij? Wat is ____ naam? Carlos: Hallo, Mei! Dit is ____ vriendin Valentina. Mei: Hoi Carlos: Dag, valentina. Ben ____ nieuw op school? Valentina: Ja,dat klopt. ____ ben sinds een week in Nederland. Carlos: Waar kom je vandaan? Mei: Valentina komt uit Italie. Ze woont in Leiden. Carlos: Welkom bij de cursus. Valentina: Dank je wel! Henk: Goedemiddag, Marieke! Marieke: Goedemiddag, Henk. Dit is mevrouw Grinchenko. Haar voornaam is Olga. Ze is ____ nieuwe collega. Olga: Aangenaam. Marieke: Olga, dit is Henk. ____ achternaam is Vos. Hij woont ook in Den Haag. Henk: Aangenaam. Komt ____ uit Polen? Olga: Nee, ik kom uit Oekraine. Ik woon nu in Den Haag met mijn man. Marieke: Welkom op school! Olga: Dank u wel!

Possessief pronomen

Bestenliste

Visueller Stil

Einstellungen

Vorlage ändern

Soll die automatisch gespeicherte Aktivität wiederhergestellt werden?