De verjaardagstaart die op tafel stond, was ____. Ik kon er alleen niet van eten, want ik ben ____ voor lactose. Erg ____ is dat niet. Ik moet altijd mijn eigen gebak meenemen. Er was een ____ storing in het ziekenhuis. Het ____ personeel moest hun werkzaamheden tijdelijk stoppen. Erg ____ voor de patiënten die nu langer op hun behandeling moesten wachten. Er was een ____ film op tv. Het werd wel erg ____ door allerlei misverstanden. De ____ acteurs speelden ____. Mijn neefje zit in groep 3. Hij heeft ____ letters. Hij legt ze graag op ____ volgorde. Ik vind dat hij al heel goed kan lezen, maar zijn juf is erg ____. Ze zegt dat hij meer moet oefenen.

Taal Actief groep 7 -isch woorden

Edetabel

Visuaalne stiil

Valikud

Vaheta malli

Kas taastada automaatselt salvestatud ?