Goed: zij lopen, wij gaan, hij/ zij danst, jij maakt, hij/zij rent, jij leest, ik luister, wij sparen, ik teken, de kat loopt, Fout: hij/zij loop, wij gaat, jij dans, hij/zij maak, hij/zij rennen, ik lezen, wij luister, ik spaart, hij/zij teken, de vader slapen,

Klopt de persoonsvorm bij het onderwerp?

Classement

Style visuel

Options

Changer de modèle

Restauration auto-sauvegardé :  ?