Mensen: de boer, het kind, de juf, de brandweer, Dieren: de vogel, de kikker, het lam, het veulen, Bomen en planten: de tulp, de krokus, de narcis, de eikenboom, Dingen: de gieter, de hark, de kruiwagen, de zaag,

Woordenschat lente - zelfstandige naamwoorden

Lyderių lentelė

Vizualinis stilius

Parinktys

Pakeisti šabloną

Atkurti automatiškai įrašytą: ?