1) ich a) singe b) singst c) singt d) singen 2) du a) spielst b) spielt c) spiele d) spielen 3) er a) heißt b) heißen c) heiße 4) sie (sg) a) schwimme b) schwimmen c) schwimmst d) schwimmt 5) es a) machst b) mache c) macht d) machen 6) wir a) malen b) malt c) malst d) male 7) ihr a) kommen b) komme c) kommt d) kommst 8) sie (pl) a) wohnen b) wohnt c) wohnst d) wohne

Meine Freunde. Regelmäßige Verben

door
Embedden

Scorebord

Visuele stijl

Opties

Template wisselen

Automatisch opgeslagen activiteit "" herstellen?