Zij werkt in een winkel., Ik ga Nederlands studeren., Wij wonen ook in Amsterdam., Soms luistert Peter naar de radio., Mijn broer en zus bellen mijn moeder., Sabine schrijft een email., Sandra geeft autorijles in mijn auto., Jij weet het adres van Pieter., De huisarts komt uit India., Soms begint de les later.,

hoofdzinnen maken

Tabela rankingowa

Motyw

Opcje

Zmień szablon

Przywrócić automatycznie zapisane ćwiczenie: ?