Goed: werden, zong, liep, keek, las, zat, zwom, kropen, sliep, aten, Fout: wordden, zingde, loopte, kijkte, leesde, zitten, zwemde, kruipte, slaapte, eetten,

Taal actief sterke werkwoorden

Tabela rankingowa

Motyw

Opcje

Zmień szablon

Przywrócić automatycznie zapisane ćwiczenie: ?