Winter: koud, kale bomen, sneeuw, winterslaap, donker, Lente: bloesem, knoppen aan de bomen, baby dieren, wisselvallig weer, narcissen, Zomer: zon, warm, buiten spelen, zwemmen in de zee, vakantie, Herfst: gekleurde blaadjes, kastanjes, eikels, beukenootjes, eekhoorns zoeken nootjes, veel wind, regen,

Bij welk seizoen hoort het?

Tabela rankingowa

Motyw

Opcje

Zmień szablon

Przywrócić automatycznie zapisane ćwiczenie: ?