1) ___ ben Mario. ____kom uit Italië. a) Jij b) Hij c) Ik 2) ____ bent Mohammed. ____ woont in Utrecht. a) Hij b) Zij c) Jij 3) _____ bent mijn docent. a) Jij b) U c) Ik 4) _____ is een man. ____ leest de krant. a) Zij b) Hij c) Jij 5) _____ is een vrouw. ____ spreekt Duits. a) Hij b) Zij c) Jij 6) _____ zijn getrouwd. ____ hebben 1 zoon.  a) Wij b) Jullie c) Zij 7) _____ zijn cursisten. _____ leren Nederlands. a) Zij b) Jullie c) Wij 8) ____ wonen in Brussel. ____ spreken Frans. a) Zij b) Jullie c) Wij

Persoonlijke voornaamwoorden

Bảng xếp hạng

Phong cách trực quan

Tùy chọn

Chuyển đổi mẫu

Bạn có muốn khôi phục tự động lưu: không?